ECLI:NL:RBDHA:2020:8569
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel op basis van ongeloofwaardige geboortedatum en seksuele gerichtheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 23 juli 2020, is de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel afgewezen. Eiser, van Gambiaanse nationaliteit, heeft aangevoerd dat hij Gambia heeft verlaten vanwege problemen met zijn biseksuele geaardheid. De rechtbank oordeelt dat de opgegeven geboortedatum van eiser ongeloofwaardig is, omdat hij wisselend heeft verklaard over deze datum. De rechtbank stelt vast dat de geboorteakte die eiser heeft overgelegd niet voldoende bewijs biedt om de geboortedatum te bevestigen, en dat verweerder zich terecht heeft gebaseerd op een eerdere verklaring van eiser in Italië.
Daarnaast heeft de rechtbank de seksuele gerichtheid van eiser als ongeloofwaardig beoordeeld. Eiser heeft vaag en summier verklaard over zijn biseksualiteit en heeft inconsistenties in zijn verklaringen laten zien. De rechtbank concludeert dat verweerder niet ten onrechte heeft gesteld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn seksuele gerichtheid aannemelijk te maken. De rechtbank wijst erop dat de persoonlijke verklaring van eiser over zijn geaardheid cruciaal is voor de beoordeling van zijn asielrelaas, en dat hij niet aan de verwachtingen heeft voldaan die aan hem gesteld mogen worden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.