Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2021 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, verweerder
[derde-partij] B.V., vergunningshoudster
Rechtbank Den Haag
Op 18 februari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn en vier eisers, waaronder B.V.'s, die bezwaar maakten tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een bedrijfsgebouw. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eisers op procedurele normen en beginselen van behoorlijk bestuur niet slaagde, omdat de onderliggende materiële normen niet strekten tot bescherming van hun belangen. De vergunninghoudster had op 26 september 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd, die door verweerder was verleend. Eisers voerden aan dat de vergunning in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat er extra stikstofuitstoot zou zijn, maar de rechtbank oordeelde dat de bepalingen van de Wet natuurbescherming (Wnb) niet tot bescherming van hun bedrijfseconomische belangen strekten. De rechtbank concludeerde dat de schending van procedurele normen niet los kon worden gezien van de materiële normen en dat het beroep van eisers ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.