Op 6 december 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.G.A.M. van den Heuvel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door C. Schravesande. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv om haar Ziektewet (ZW) uitkering per 21 juli 2018 te beëindigen. Dit besluit was gebaseerd op de conclusie dat eiseres in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. Eiseres had zich eerder ziek gemeld en was meerdere keren beoordeeld door verzekeringsartsen, die haar belastbaarheid vaststelden. De rechtbank heeft een deskundige benoemd om eiseres te onderzoeken, die concludeerde dat er meer beperkingen golden dan eerder vastgesteld door het Uwv. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet op een juiste medische grondslag was gebaseerd en verklaarde het beroep gegrond. Het Uwv moet nu een nieuw besluit nemen, rekening houdend met de conclusies van de deskundige. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten en het griffierecht.