ECLI:NL:RBDHA:2021:16892
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel wegens verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, waarbij Italië als verantwoordelijk land werd aangewezen voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, die niet op de zitting verscheen, voerde aan dat overdracht aan Italië in strijd zou zijn met zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) vanwege zijn medische aandoening, acromegalie. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had geoordeeld dat Italië verantwoordelijk was en dat er geen reden was om aan te nemen dat de overdracht in strijd zou zijn met het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank stelde vast dat eiser niet had aangetoond dat hij in Italië niet adequaat behandeld zou worden en dat er geen structurele tekortkomingen in de Italiaanse asielprocedure waren die zijn situatie zouden kunnen schaden. De rechtbank verwierp ook het beroep op artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, omdat eiser niet had aangetoond dat hij in een situatie van materiële deprivatie zou belanden. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.