ECLI:NL:RBDHA:2021:3099
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitstel van vertrek op basis van medische redenen en beschikbaarheid zorg in Suriname
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de afwijzing van een aanvraag om uitstel van vertrek door eiseres, een Surinaamse vrouw met hartproblemen. Eiseres had op 24 januari 2017 verzocht om uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), omdat zij medische zorg nodig had die zij vreesde niet te kunnen krijgen in Suriname. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zich baseerde op adviezen van het Bureau Medische Advisering (BMA). Het BMA concludeerde dat eiseres in staat was om te reizen en dat de benodigde medische zorg in Suriname beschikbaar was. Eiseres voerde aan dat zij geen toegang had tot de zorg in Suriname en dat de hoorplicht was geschonden. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had afgewezen, omdat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd dat de zorg in Suriname niet toegankelijk was. De rechtbank benadrukte dat het aan eiseres was om haar financiële situatie en de toegankelijkheid van zorg aan te tonen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de hoorplicht niet was geschonden, aangezien de bezwaren van eiseres geen aanleiding gaven voor een hoorzitting.