Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 april 2021 in de zaak tussen
drs. [eiser] , te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. D.F. Rosenbaum en S. Bakker).
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 12 april 2021, zijn drie beroepen behandeld die door eiser zijn ingesteld tegen besluiten van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD) betreffende aanvragen om bijzondere bijstand. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens misbruik van recht. Eiser had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op zijn bezwaarschriften, maar de rechtbank oordeelde dat hij met zijn beroepen geen procesbelang meer had, omdat de ISD reële besluiten op zijn bezwaren had genomen. De rechtbank verwijst naar een eerdere tussenuitspraak van 1 september 2020, waarin eiser de gelegenheid had gekregen om gronden in te dienen tegen de beslissingen op bezwaar. Eiser heeft echter niet voldaan aan de voorwaarden die in de eerdere uitspraak zijn gesteld, waardoor de rechtbank concludeert dat er sprake is van misbruik van recht. De rechtbank benadrukt dat zij niet terugkomt op eerder gegeven oordelen, tenzij in uitzonderlijke gevallen, en dat in dit geval de omstandigheden van de zaak dat rechtvaardigen. De beroepen zijn derhalve niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.