Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
fair balancemoet vinden tussen het belang van de vreemdeling enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het uitvoeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Daarbij moet hij alle voor die belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar betrekken. Hoewel artikel 8 van het EVRM geen recht op verblijf of toegang tot de territoria van lidstaten regelt, kan het ontzeggen daarvan onder bepaalde omstandigheden in strijd zijn met een positieve verplichting om verblijf toe te staan. Of hiervan sprake is hangt af van verschillende factoren, zoals de banden met het land van verblijf, de banden met het land van herkomst, objectieve belemmeringen van het uitoefenen van de rechten onder artikel 8 van het EVRM in het land van herkomst en het respecteren van wetgeving van immigratie en openbare orde. Het EHRM hanteert verder als uitgangspunt dat aan illegaal verblijf geen rechten kunnen worden ontleend. Indien het privéleven in Nederland is ontstaan of geïntensiveerd terwijl het verblijfsrecht onzeker was, bestaat slechts onder bijzondere omstandigheden reden voor de conclusie dat op grond van artikel 8 van het EVRM een verplichting bestaat tot het laten voortzetten van het privéleven in Nederland.
.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het besluit geheel in stand blijven;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.496,-.