Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard, verweerder
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde-partij] , te [woonplaats] .
Procesverloop
Overwegingen
op voorhand duidelijkis dat het plan geen rechtskracht zal verkrijgen. Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval. Ter toelichting dient het volgende.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
toegestanegebruik niet wordt gewijzigd. Met andere woorden: het bouwvlak wordt vergoot, maar de wijziging brengt in de mate waarin er milieubelastende activiteiten mogen worden uitgevoerd geen verandering. Dat er feitelijk wellicht wel een verandering van het gebruik gaat plaatsvinden, doet daar niet aan af. Ook in zoverre ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat op voorhand duidelijk is dat het ontwerpwijzigingsplan geen rechtskracht zal verkrijgen.
“(…)
j.
met dien verstande dat:
(…)
2. geen opslag van goederen in de openlucht mag plaatsvinden.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het betrekking heeft op de weigering om te handhaven tegen de opslag in de openlucht op het perceel van [derde-partij] ;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het griffierecht van € 174,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres voor een bedrag van € 2.564,-.