ECLI:NL:RBDHA:2021:9761
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing asielaanvraag van eiser met Iraakse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt staatloos te zijn en geboren in Iran, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is afgewezen omdat verweerder van mening is dat eiser de Iraakse nationaliteit heeft of kan verkrijgen. Eiser heeft eerder asiel aangevraagd, maar deze aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk was. De rechtbank heeft de zaak op 12 juli 2021 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom eiser de Iraakse nationaliteit heeft of kan verkrijgen. Verweerder heeft verwezen naar de Iraakse nationaliteitswet en een Algemeen ambtsbericht inzake Irak. Eiser betwist de Iraakse nationaliteit en stelt dat hij geen documenten kan verkrijgen van de Iraakse ambassade. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiser niet slagen, omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij de Iraakse nationaliteit niet heeft of niet kan verkrijgen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.