Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
zaaknummer: SGR 20/8268
Rechtbank Den Haag
Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De zaak betreft een verzoek tot intrekking van een natuurvergunning voor de uitbreiding van een melkveebedrijf, verleend op 4 november 2016. Eiseressen, vertegenwoordigd door mr. V. Wösten, hebben het verzoek ingediend op basis van artikel 5.4, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb), omdat zij menen dat de vergunning in strijd is met de wet en leidt tot ontoelaatbare stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied. De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit van 17 april 2020, waarin het verzoek om intrekking werd afgewezen, en het bestreden besluit van 20 november 2020, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, gebrekkig gemotiveerd zijn. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft aangetoond dat de natuurvergunning kan blijven bestaan zonder dat dit leidt tot verslechtering van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij de motiveringsgebreken worden hersteld. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eiseressen.