Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Oordeel
Overwegingen
Ter zitting heeft verweerder erkend dat dit anders had gekund, maar ook het standpunt gehandhaafd dat de overgelegde stukken en de verklaringen onvoldoende zijn om nader onderzoek naar de verblijfsstatus van eiser in Frankrijk te doen. Dit standpunt volgt de rechtbank niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser zijn gestelde verblijfsrecht met zijn verklaringen tijdens het gehoor en de overgelegde stukken, voor zover dat op dat moment in zijn macht lag, voldoende onderbouwd. Bij deze stand van zaken was het aan verweerder om bij de Franse autoriteiten navraag te doen naar de verblijfsstatus van eiser in Frankrijk voordat het bestreden besluit werd genomen. Dat had de Kmar [3] -officier tijdens het gehoor op 18 januari 2022 ook al expliciet toegezegd.