ECLI:NL:RBDHA:2022:1770
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige identiteit, nationaliteit en herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Eritrese vrouw, had op 4 september 2019 een asielaanvraag ingediend in Nederland, omdat zij in Eritrea gevaar loopt vanwege haar illegale uitreis in 2015 en dienstplichtonttrekking. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen, omdat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 februari 2022, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende onderzoek had gedaan en de afwijzing van de asielaanvraag deugdelijk had gemotiveerd. Eiseres had geen identiteitsdocumenten overgelegd en had in eerdere asielprocedures in andere landen een andere geboortedatum opgegeven. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van eiseres over haar identiteit en herkomst niet geloofwaardig waren, en dat er geen bewijsnood was die de staatssecretaris verplichtte om een herkomstonderzoek of taalanalyse aan te bieden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres kan binnen vier weken na bekendmaking hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eerdere asielaanvragen van eiseres in 2017 en 2018 niet in behandeling zijn genomen.