ECLI:NL:RBDHA:2022:2648

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
236986070
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van wegsleepkosten met verkeersboete en de nieuwe gedragslijn van de CVOM

In deze zaak gaat het om een verkeersboete die aan de betrokkene is opgelegd voor het parkeren van zijn voertuig op een verboden plek. De betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 11 maart 2022, waarbij de gemachtigde van de betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De betrokkene had ook wegsleepkosten gemaakt, die volgens de eerdere gedragslijn van de CVOM verrekend moesten worden met de verkeersboete. Echter, per medio 2020 heeft de CVOM deze gedragslijn verlaten, wat betekent dat wegsleepkosten niet meer met verkeersboetes verrekend worden. De kantonrechter oordeelt dat deze nieuwe gedragslijn niet in strijd is met het recht, maar constateert wel een motiveringsgebrek omdat de nieuwe gedragslijn niet aan de gemachtigde is gecommuniceerd. De kantonrechter verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de officier van justitie, maar verklaart het beroep tegen de verkeersboete ongegrond. De betrokkene wordt niet in het gelijk gesteld, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
Registratienummer team straf: 9391841 \ MB VERZ 21-1251
Uitspraakdatum : 25 maart 2022
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
[adres]
hierna: betrokkene
gemachtigde: mr. B. de Jong (Adviesbureau Skandara).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 maart 2022. De vertegenwoordiger van de officier van justitie (hierna: vertegenwoordiger) en de gemachtigde waren er.

Overwegingen

Aan betrokkene wordt het verwijt gemaakt dat op 13 oktober 2020 met het voertuig met het [kenteken] op de Laan van Poot te Den Haag is geparkeerd voor een inrit of uitrit, terwijl betrokkene toen de kentekenhouder van dit voertuig was.
Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd van € 104,– (inclusief administratiekosten).
Gemachtigde heeft in het beroepschrift aangevoerd dat betrokkene ook wegsleepkosten (€ 306,–) heeft gemaakt. Die moeten volgens vaste jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden worden verrekend met de verkeersboete.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat betrokkene € 300,– contant heeft betaald en € 6,– heeft gepind. Hiervan zit bewijs in het dossier. Gemachtigde verzoekt de boete te matigen tot nihil.
De vertegenwoordiger vindt het beroep ongegrond. De vaste gedragslijn van de CVOM om wegsleepkosten met een verkeersboete te verrekenen is per 17 juli 2020 verlaten. Sindsdien is er geen sprake meer van verrekening. De reden voor deze nieuwe gedragslijn is gelegen in het verschil tussen wegslepen en beboeten. Wegslepen is namelijk een vorm van bestuursdwang en beboeten en vorm van bestraffen. Bovendien zijn er aparte procedures voor de wegsleepkosten (bij de gemeente) en voor de verkeersboete (bij de CVOM). Dit betekent dat een burger bezwaar kan maken tegen de wegsleepkosten en daarnaast beroep in kan stellen tegen de verkeersboete. Desgevraagd heeft de vertegenwoordiger toegelicht dat het verschil tussen wegslepen en beboeten in de beslissing van de officier van justitie tot uitdrukking is gebracht. De nieuwe, gewijzigde gedragslijn is daarin echter niet uitdrukkelijk vermeld.
In reactie hierop heeft gemachtigde aangegeven dat de nieuwe gedragslijn niet met hem is gecommuniceerd. Verder is het vaste praktijk dat bij oplegging van twee boetes één daarvan wordt gematigd tot nihil.
De kantonrechter heeft vervolgens een beslissing genomen.
Vaststaat dat de CVOM een vaste gedragslijn heeft gehanteerd die het volgende inhield. Wanneer een betrokkene in beroep aanvoerde dat zijn voertuig was weggesleept, konden de wegsleepkosten in mindering worden gebracht op de opgelegde verkeersboete. Voorwaarde was dat de betrokkene aannemelijk maakte dat zijn voertuig was weggesleept en dat hij inzicht gaf in de wegsleepkosten. De verkeersboete werd dan gematigd met het bedrag van de wegsleepkosten (zie het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 september 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7712).
Per medio juli 2020 heeft de CVOM deze vaste gedragslijn verlaten. De nieuwe gedragslijn houdt in dat wegsleepkosten niet meer in mindering worden gebracht op de verkeersboete. De kantonrechter acht deze nieuwe gedragslijn – gegeven de toelichting die de vertegenwoordiger daarop heeft gegeven – niet in strijd met het recht. Het wegslepen van een voertuig is een herstelsanctie die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding. De kosten hiervoor worden op de betrokkene verhaald. Een verkeersboete is daarentegen een bestraffende sanctie die de overtreder beoogt leed toe te voegen. Alleen al dit verschil maakt dat het beginsel van
ne bis in idemniet van toepassing is. Om dezelfde reden slaagt het beroep van gemachtigde op het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 mei 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4014 (waarin sprake was van twee bestraffende sancties), niet. Verder kan een betrokkene zowel tegen het wegslepen als tegen een verkeersboete rechtsmiddelen aanwenden. Het ligt dan niet voor de hand om wegsleepkosten met die boete te verrekenen.
In dit geval heeft de officier van justitie wegsleepkosten niet in mindering gebracht op de verkeersboete. Hij heeft daarmee gehandeld overeenkomstig zijn nieuwe gedragslijn en deze dus consistent toegepast. De beroepsgrond slaagt niet.
Met gemachtigde acht de kantonrechter het wel slordig van de officier van justitie dat hij de nieuwe gedragslijn niet expliciet aan gemachtigde kenbaar heeft gemaakt. De officier van justitie had dit bijvoorbeeld al kunnen (en moeten) doen tijdens de telefonische hoorzitting, maar uiterlijk in zijn beslissing van 19 januari 2021. Dat heeft hij ten onrechte niet gedaan. De kantonrechter ziet hierin een motiveringsgebrek. De beroepsgrond slaagt.
Het beroep is gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden vernietigd. Het beroep tegen de verkeersboete is echter terecht ongegrond verklaard. Gelet op het bovenstaande heeft de officier van justitie wegsleepkosten namelijk terecht niet op de verkeersboete in mindering gebracht. Betrokkene wordt dus niet in het gelijk gesteld. Daarom bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing:

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking (verkeersboete) ongegrond;
  • wijst het verzoek tot proceskostenvergoeding af.
Dit is de uitspraak van mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, kantonrechter, bijgestaan door mr. K.Z. Zeeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken.
griffier kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.