Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juni 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties.
2.De beoordeling van de vordering
Inleidend
4.12. (…). In aanvulling op hetgeen het hof[noot rechtbank: in een tuchtrechtprocedure over een klacht van [eiseres] tegen de notaris]
heeft overwogen, oordeelt de rechtbank nog dat, gelet op de communicatie tussen [eiseres] en de notaris, het voor [eiseres] duidelijk moest zijn, althans dat de notaris erop mocht vertrouwen dat voor [eiseres] duidelijk was (i) dat op 19 juli 2017 geen overeenstemming was bereikt en (ii) dat de op 20 juli 2017 door notaris Kortlang telefonisch aan de notaris gecommuniceerde instemming van de erfgenamen niet onvoorwaardelijk was.
De vereffenaars gaan akkoord met de vordering van mevrouw [eiseres] voor het bedrag van 106.432,= euro en overdracht van het woonhuis aan mevrouw [eiseres] onder de voorwaarde dat zij nog één keer in het woonhuis van mevrouw [eiseres] een paar boeken uit wilden zoeken. Tijdens de bespreking van 20 juli 2017 bij mij op kantoor gaf mevrouw [eiseres] aan hiermee akkoord te gaan, waardoor de voorwaarde van de vereffenaars zou zijn vervuld.”
onder de voorwaarde(cursivering rechtbank) dat zij nog één keer in het woonhuis van [eiseres] een paar boeken uit wilden zoeken. Verder is in de verklaring opgenomen: “
Tijdens de bespreking van 20 juli 2017 bij mij op kantoor gaf mevrouw [eiseres] aan hiermee akkoord te gaan, waardoor de voorwaarde van de vereffenaars zou zijn vervuld.” Tijdens de mondelinge behandeling voorafgaand aan het vonnis heeft de notaris hetzelfde verklaard: “
Notaris Kortlang belde mij daarna om te vertellen dat de erfgenamen akkoord waren, onder de voorwaarde dat zij een aantal boeken mochten uitzoeken die naar hun mening van hun vader waren.” Voor het vonnis verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hieruit onder 2.1. heeft geciteerd.