Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam B.V.] B.V.,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van [naam B.V.] van 12 juni 2021met 40 producties (nrs. 1 tot en met 40);
- de conclusie van antwoord van werknemer van 25 augustus 2021 met 17 producties (nrs. 1 tot en met 17);
- de brief van de gemachtigde van [naam B.V.] met vijf aanvullende producties (nrs. 41 tot en met 45);
- de dagvaarding van werknemer van 28 december 2021 met twaalf producties (nrs. 1 tot en met 12);
- de conclusie van antwoord van [naam B.V.] van 8 februari 2022 met vijf producties (nrs. 1 tot en met 5);
2.De feiten
3.De vordering in de zaak van [naam B.V.] tegen werknemer
Primair]: (I.) voor recht te verklaren dat werknemer op grond van artikel 7:661 lid 1 BW, althans artikel 7:611 BW (goed werknemerschap), althans artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) jegens haar aansprakelijk is voor de schade die [naam B.V.] als gevolg van het handelen van werknemer in dossier 1 t/m 6 heeft geleden en nog zal lijden; (II.) werknemer te veroordelen tot betaling, binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis, van de tot op heden geleden en/of te begroten althans redelijkerwijs in te schatten schade, althans tot betaling van een voorschot hierop, bestaande uit een bedrag van (a t/m e.)
€ 140.833,08 ten behoeve van dossiers 1 t/m 6; (f.) een bedrag van € 15.000,- wegens reputatieschade; (g.) een bedrag van € 80.713,32 excl. BTW wegens kosten ter voorkoming of beperking van schade; (h.) en bedrag van € 3.956,70 en een bedrag van € 5.253,22 wegens kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, waarbij alle bedragen die de kantonrechter toewijsbaar acht, dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te berekenen vanaf de dag van dagvaarden, althans de dag waarop het vonnis wordt gewezen tot aan de dag der algehele voldoening; (III.) werknemer te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor zover voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.De vordering in de zaak van werknemer tegen [naam B.V.]
5.De beoordeling
€ 140.000,- neerwaarts moest worden gecorrigeerd. Werknemer had niet zelf van de aanvankelijk te hoge winst geprofiteerd; zijn salaris was immers vast.
6.De beslissing
€ 1.994,00 als salaris van de gemachtigde van werknemer;