ECLI:NL:RBDHA:2023:10352
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een omgevingsvergunning voor een bedrijfswoning in Pijnacker-Nootdorp
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de intrekking van een omgevingsvergunning voor de bouw van een bedrijfswoning. Eiser, eigenaar van een perceel in Pijnacker-Nootdorp, had in 2021 bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de vergunning die oorspronkelijk in 1974 was verleend. Het college van burgemeester en wethouders had de vergunning ingetrokken omdat er gedurende 26 weken geen gebruik van was gemaakt. Eiser betoogde dat het college ten onrechte afweek van het advies van de gemeentelijke commissie en dat er sprake was van vooringenomenheid bij de besluitvorming. De rechtbank oordeelde dat het college in redelijkheid tot de intrekking van de vergunning had kunnen besluiten. De rechtbank vond geen aanwijzingen voor vooringenomenheid en oordeelde dat de belangen van eiser niet zwaarder wogen dan de algemene belangen die met de intrekking van de vergunning gemoeid waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het college om de vergunning in te trekken. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.