ECLI:NL:RBDHA:2023:11058
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in het bestuursrechtelijke kader van vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de voortduring van de maatregel van bewaring van een Angolese eiser. De maatregel van bewaring was op 13 mei 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij aanvoert dat zijn kwetsbare gezondheid een lichter middel rechtvaardigt en dat er onvoldoende zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn.
De rechtbank heeft de zaak op 21 juli 2023 behandeld, waarbij de eiser vanuit het detentiecentrum in Rotterdam aanwezig was en zijn gemachtigde, mr. M. Verdoner, als waarnemer op de zitting in Groningen aanwezig was. De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het vorige onderzoek op 2 juni 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet overtuigend heeft aangetoond dat een lichter middel effectief zou zijn en dat de voortduring van de bewaring niet onevenredig bezwarend is.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van de eiser en dat er zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eiser niet volledig meewerkt aan zijn terugkeer, wat bijdraagt aan de voortduring van de bewaring. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.