ECLI:NL:RBDHA:2023:12632
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Besluit tot buiten behandeling stellen van aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw). In het primaire besluit van 16 januari 2023 heeft de staatssecretaris deze aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat eiseres niet de gevraagde informatie had overgelegd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het bestreden besluit van 17 maart 2023 verklaarde het bezwaar kennelijk ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 17 augustus 2023 in Breda is eiseres, ondanks berichtgeving, niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de benodigde informatie niet tijdig heeft overgelegd, zelfs niet na een geboden herstelverzuimmogelijkheid. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat het Bureau Medische Advisering (BMA) geen medisch advies kon opstellen door ontbrekende gegevens. Eiseres heeft niet kunnen aantonen waarom zij deze informatie niet eerder kon aanleveren.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris op goede gronden heeft afgezien van het horen van eiseres in de bezwaarfase, aangezien de aanvraag terecht buiten behandeling was gesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.