ECLI:NL:RBDHA:2023:12633
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid van verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser op 6 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 31 december 2021 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, op 15 december 2022 heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser in de nationale procedure zal worden behandeld. De beslistermijn zou oorspronkelijk op 15 juni 2023 eindigen, maar met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd tot 15 maart 2024. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser, die op 20 juni 2023 was ingediend, te vroeg, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier A.S. Hamans, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.