ECLI:NL:RBDHA:2023:13047
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor nareizigers asiel na termijnoverschrijding
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'nareizigers asiel'. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen met een besluit van 29 oktober 2021, en het bestreden besluit van 2 februari 2023 handhaafde deze afwijzing. De rechtbank heeft de zaak op 9 augustus 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank oordeelt dat eiser 2,5 jaar te laat was met het indienen van de aanvraag en dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Eiser had kunnen aantonen dat hij in staat was om de aanvraag tijdig in te dienen, ondanks zijn medische problemen. De rechtbank concludeert dat de belangen van de kinderen van eiser niet zijn meegewogen in het bestreden besluit, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst. De rechtbank oordeelt verder dat verweerder terecht heeft afgezien van het horen in bezwaar, omdat er geen twijfel bestond over de uitkomst van de procedure. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het besluit van verweerder in stand blijft.