ECLI:NL:RBDHA:2023:13168
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake niet tijdig beslissen op asielaanvraag van Afghaanse statushouder
In deze zaak heeft eiseres, een Afghaanse nationaliteit, op 25 december 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 16 juni 2022 de beslistermijn met negen maanden verlengd, omdat er complexe feitelijke en juridische kwesties aan de orde waren met betrekking tot de situatie van Griekse statushouders. Eiseres heeft echter betoogd dat deze verlenging ongeldig is, omdat zij niet onder de categorie 'Griekse statushouders' valt.
Eiseres heeft op 23 september 2022 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag en heeft op 8 oktober 2022 beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 21 juni 2023 de zitting gehouden, waarbij de gemachtigde van eiseres aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, omdat verweerder eiseres tijdig op de hoogte heeft gesteld van de verlenging en de redenen daarvoor heeft toegelicht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ingebrekestelling van eiseres prematuur was, omdat de beslistermijn op 25 maart 2023 was verstreken.
Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.