ECLI:NL:RBDHA:2023:13696
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep tegen het terugkeerbesluit, omdat dit besluit onverplicht en ten overvloede was genomen. De rechtbank oordeelde dat het terugkeerbesluit geen nieuwe rechtsgevolgen in het leven roept, aangezien er eerder al een terugkeerbesluit was genomen waarbij de rechtsbescherming van eiser niet in gevaar was geweest.
Daarnaast heeft de rechtbank zich ook onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep tegen het inreisverbod. Eiser had eerder al een inreisverbod voor dezelfde duur opgelegd gekregen, waarvan de termijn nog niet was verstreken. De rechtbank stelde vast dat het inreisverbod van 4 augustus 2023 niet op rechtsgevolg was gericht, omdat het tweede inreisverbod geen nieuw besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat eiser zich binnen de termijn van het inreisverbod weer op het grondgebied van de Europese Unie had begeven, wat leidde tot de schorsing van het inreisverbod.
De rechtbank heeft uiteindelijk verklaard zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van het beroep en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door rechter mr. E.J. Rutten en is openbaar gemaakt, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen vier weken na bekendmaking.