In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, waarin hun verzoek om tegemoetkoming in planschade als gevolg van het inpassingsplan Windpark Spui is afgewezen. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de bestreden besluiten. In een deel van de zaken heeft het college ten onrechte aan eisers tegengeworpen dat de planschade voorzienbaar was. In de overige zaken is de planvergelijking op het onderdeel ‘geluid’ onvoldoende inzichtelijk gemaakt. De rechtbank draagt het college op nieuwe besluiten te nemen.
Eisers, wonende aan de Spuidijk 1 te Nieuw-Beijerland, hebben op 11 mei 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming van € 27.000,- aan planschade. Zij stellen dat zij geluidsoverlast, slagschaduw, lichtschittering en aantasting van hun uitzicht ervaren door de windturbines die zijn gerealiseerd. Het college heeft een advies van Thorbecke B.V. overgenomen, waarin werd geconcludeerd dat de aanvraag moest worden afgewezen wegens voorzienbaarheid van de schade.
De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte heeft aangenomen dat de planschade voorzienbaar was. De rechtbank stelt vast dat er geen bewijs is dat de Nota Wervel op de juiste wijze is bekendgemaakt, waardoor eisers niet konden weten dat er mogelijk windturbines zouden komen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college ook de proceskosten van eisers vergoedt.