ECLI:NL:RBDHA:2023:14402
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 5 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 1 oktober 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de beslistermijn, die met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 op 27 september 2022 was verlengd, vastgesteld op negen maanden. Dit betekent dat de beslistermijn voor eiser pas op 1 januari 2024 zou eindigen. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV sprake was van een situatie die de verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde. De rechtbank ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken, waardoor de verlenging rechtsgeldig is. Dit houdt in dat de ingebrekestelling van eiser, die op 13 april 2023 was ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.