Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het vervolgberoep van eiser tegen de voortduren van de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. C.F. Wassenaar, heeft beroep aangetekend tegen de op 3 augustus 2023 opgelegde maatregel van bewaring. De rechtbank heeft eerder, op 14 augustus 2023, al een uitspraak gedaan over deze maatregel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. C.H.H.P.M. Kelderman, heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiser op heeft gereageerd. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 15 september 2023 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld, omdat er voldoende informatie in het dossier aanwezig is.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt en dat hij een lichter middel had moeten toepassen, gezien zijn medische omstandigheden en het feit dat hij een verblijfadres heeft. De rechtbank stelt echter vast dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat de medische zorg in het detentiecentrum toereikend is. Eiser heeft niet aangetoond dat hij detentieongeschikt is of dat zijn medische omstandigheden in detentie zullen verslechteren.
De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.