Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de Staat der Nederlanden (Minister van Justitie en veiligheid), de Staat.
Inleiding
Overwegingen
11 juni 2021 geen aanleiding om van geregelde oppassing uit te gaan.
€ 1.674,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op om het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-;
- veroordeelt de staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiser van € 1.000,-.
mr.M. Klaus, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 oktober 2023.