Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 september 2023 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
[derde-partij 3] en [derde-partij 4],
[derde-partij 5]en
VvE [adres] 409/411te Den Haag.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- De parkeerdruk in de openbare straat binnen de voorgeschreven loopafstand is in de huidige situatie lager dan 90%.
- Het verschil tussen de parkeerbehoefte van voor de verbouwing en na de verbouwing is kleiner dan dan 3 parkeerplaatsen;
- Het aanleggen van deze parkeerplaatsen is op het eigen terrein niet mogelijk.
[de rechtbank begrijpt: 96,64%], omdat het adres waar het bouwplan is gerealiseerd zich in een woonomgeving bevindt en bewoners dan veelal thuis zijn en de parkeerdrukcijfers dan ook op zijn hoogst zijn. Voor deze berekening is gebruik gemaakt van een parkeeronderzoek van 5 november 2019. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt dat sprake is van een parkeerdruk hoger dan 90%.
Het college past de Nota parkeernormen Den Haag toe zoals deze geldt op het moment van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning”.Gelet hierop is de Nota parkeernormen Den Haag 2021 niet van toepassing op de aanvraag van eiseres, omdat die aanvraag op 20 november 2019 (en dus vóór de inwerkingtreding van de Nota uit 2021) is ingediend. Ten tijde van de indiening van de aanvraag gold de Nota parkeernormen Den Haag 2011, zoals gewijzigd op 10 maart 2016. Dit betekent dat voor het bouwplan een parkeereis van 1 parkeerplaats geldt.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;