ECLI:NL:RBDHA:2023:16053
Rechtbank Den Haag
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt de rechtmatigheid van de aan eiseres opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is op 7 mei 2023 opgelegd en is onderwerp van meerdere vervolgprocedures. De rechtbank heeft eerder op 23 mei, 20 juni, 18 juli, 3 augustus en 25 augustus 2023 uitspraken gedaan over deze maatregel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een voortgangsrapportage overgelegd, waar eiseres op heeft gereageerd. Tijdens de zitting op 19 september 2023 was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig, maar eiseres en haar gemachtigde waren afwezig.
De rechtbank toetst of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. De rechtbank legt uit dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure, ondanks de zorgen van eiseres over het gebrek aan contact met de Chinese autoriteiten en de afwezigheid van fysieke bezoeken door de regievoerder. De rechtbank stelt vast dat er wel degelijk telefonische contacten zijn geweest en dat er stappen zijn ondernomen om de uitzetting te bevorderen.
De rechtbank concludeert dat er geen grond is om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan. De uitspraak eindigt met de beslissing om het beroep ongegrond te verklaren en het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Rashid, griffier, en is openbaar gemaakt op 22 september 2023.