ECLI:NL:RBDHA:2023:17503
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsdocument EU/EER voor stiefouder op basis van marginale zorg- en opvoedtaken
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 14 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak van een eiser uit Sierra Leone die een verblijfsdocument EU/EER aanvroeg op basis van zijn rol als stiefouder van een Nederlands kind. Eiser, die sinds 2019 in Nederland verblijft, had eerder asiel aangevraagd, maar deze aanvraag was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij meer dan marginale zorg- en opvoedtaken verricht voor het kind, dat hij niet de biologische vader is van, maar wel een affectieve relatie mee heeft. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid terecht was, omdat er geen daadwerkelijke afhankelijkheidsrelatie bestond die zou vereisen dat het kind de Europese Unie zou moeten verlaten als aan eiser geen verblijfsrecht werd verleend. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht heeft op het gevraagde verblijfsdocument en ook geen griffierecht terugkrijgt. De rechtbank heeft daarbij ook de belangen van het kind in overweging genomen, maar concludeerde dat de dagelijkse zorg voor het kind primair bij de partner van eiser ligt.