ECLI:NL:RBDHA:2023:17838
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 25 september 2023 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië volgens hem verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 10 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen, omdat Kroatië heeft bevestigd dat het zich aan zijn internationale verplichtingen houdt. Eiser heeft echter aangevoerd dat er systeemfouten zijn in de asielprocedure in Kroatië en dat hij vreest voor indirect refoulement naar Oeganda. De rechtbank stelt vast dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zijn situatie anders is dan die van andere Dublinclaimanten.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen hoeft te worden. Eiser heeft niet aangetoond dat hij in Kroatië een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandelingen vanwege zijn homoseksualiteit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en is openbaar gemaakt op 23 oktober 2023.