ECLI:NL:RBDHA:2023:18049
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Gambiaanse nationaliteit, was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was op 18 september 2023 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 17 november 2023, waarbij eiser aanwezig was via telehoren vanuit het detentiecentrum in Rotterdam en zijn gemachtigde in Groningen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, zoals eerder vastgesteld in een uitspraak van 6 oktober 2023. De rechtbank heeft beoordeeld of de maatregel sinds het sluiten van dat onderzoek op 29 september 2023 nog steeds rechtmatig is. Eiser stelde dat er onvoldoende voortgang was in zijn uitzetting en dat hij lijdt aan diabetesklachten, waardoor een lichter middel, zoals een meldplicht, wenselijk zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende voortvarend handelde en dat er zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestond. Eiser had geweigerd om mee te werken aan een presentatie bij de Gambiaanse autoriteiten, wat zijn uitzetting belemmerde.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de maatregel van bewaring te beëindigen of een lichter middel toe te passen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.