ECLI:NL:RBDHA:2023:18210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser wegens kennelijk ongegrondverklaring en geen uitstel van vertrek
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 22 november 2023, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in 1991, diende op 23 augustus 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 22 september 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep samen met een andere zaak en concludeert dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de identiteit van eiser ongeloofwaardig is, omdat hij geen originele identificerende documenten heeft overgelegd. Eiser heeft weliswaar kritiek geuit op de Marokkaanse autoriteiten, maar de rechtbank oordeelt dat Marokko in het algemeen als een veilig land van herkomst wordt beschouwd. Eiser heeft niet aangetoond dat hij persoonlijk risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Marokko.
De rechtbank wijst ook het verzoek om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 af. Eiser heeft onvoldoende medische onderbouwing geleverd voor zijn claim dat hij afhankelijk is van medische zorg die in Marokko niet beschikbaar zou zijn. De staatssecretaris heeft terecht geen advies gevraagd aan het Bureau Medische Advisering, omdat eiser niet aan de vereisten voor het indienen van een dergelijk verzoek heeft voldaan. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en dat eiser geen recht heeft op uitstel van vertrek. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten.