In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, geboren in 1997, diende op 27 juni 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 19 augustus 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft op 12 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
In een eerdere tussenuitspraak op 18 september 2023 constateerde de rechtbank een gebrek in het bestreden besluit, met betrekking tot het medisch advies van MediFirst. De rechtbank gaf verweerder de gelegenheid om dit gebrek te herstellen. Verweerder diende op 28 september 2023 een aanvullende motivering in, waarin werd toegelicht dat het medisch advies van 3 augustus 2023 zorgvuldig tot stand was gekomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had voldaan aan zijn vergewisplicht en dat het medisch advies van 3 augustus 2023 ten grondslag mocht worden gelegd aan het bestreden besluit.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het gebrek is hersteld. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.929,50 toegewezen, te betalen door verweerder. De uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.