Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank is van oordeel dat verweerder in de maatregel voldoende heeft gemotiveerd dat voor eisers terugkeer naar Duitsland de noodzakelijke bescheiden voorhanden zijn, dan wel binnenkort voorhanden zullen zijn. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 15 augustus 2023 een TRI-claim [2] heeft gestuurd naar Duitsland. De Duitse autoriteiten zijn daarmee op dezelfde datum akkoord gegaan en hebben gesteld dat eiser in Duitsland een verblijfsrecht heeft. Eisers stelling dat zijn verblijfsvergunning is verlopen heeft hij niet met documenten onderbouwd. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder voldoende heeft geconcretiseerd dat de voor terugkeer van eiser noodzakelijke bescheiden voorhanden zijn, dan wel binnenkort voorhanden zijn.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;