ECLI:NL:RBDHA:2023:18666

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.23582 en NL23.23584
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing opvolgende asielaanvragen van Chinese eisers met betrekking tot bekering en geloofsproblemen

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 28 november 2023, zijn de beroepen van twee Chinese eisers tegen de afwijzing van hun opvolgende asielaanvragen beoordeeld. De eisers, die beweren bekeerd te zijn tot de christelijke stroming 'Church of the Almighty God', hebben eerder asiel aangevraagd, maar deze aanvragen zijn in het verleden afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en nationaliteit van de eisers geloofwaardig zijn, maar de problemen die zij ondervinden vanwege hun geloof zijn niet geloofwaardig geacht. De rechtbank oordeelt dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun bekering en de gevolgen daarvan. De rechtbank heeft de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de asielaanvragen als kennelijk ongegrond af te wijzen, in stand gelaten. De eisers hebben geen recht op proceskostenvergoeding en moeten terugkeren naar China. De rechtbank benadrukt dat de verklaringen van de eisers over hun bekering en geloofsgroei niet voldoende zijn om aan te tonen dat zij daadwerkelijk in gevaar zijn bij terugkeer naar hun land van herkomst. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de eerdere terugkeerbesluiten blijven van kracht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.23582 en NL23.23584

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam eisers] , eisers

V-nummers: [V-nr.'s]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. J.C. van Ossenbruggen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun opvolgende asielaanvragen. Eiseres is geboren op [geboortedatum] , eiser op [geboortedatum] . Beiden hebben de Chinese nationaliteit.
2. Op 7 februari 2015 hebben zij hun eerste asielaanvragen ingediend. Hieraan hebben zij ten grondslag gelegd dat zij waren bekeerd tot de christelijke stroming
Quannengshen(hierna: de Church of the Almighty God) en als gevolg van hun evangeliseringsactiviteiten binnen deze stroming problemen ondervonden. Deze aanvragen zijn op 27 oktober 2015 afgewezen. De hiertegen ingestelde beroepen zijn door deze rechtbank en zittingsplaats ongegrond verklaard. [1] De daartegen ingestelde hoger beroepen zijn door de Afdeling [2] ongegrond respectievelijk niet-ontvankelijk verklaard. [3]
3. Eisers hebben op 13 september 2019, ingekomen bij verweerder op 7 oktober 2019, hun eerste opvolgende asielaanvragen ingediend. Bij besluit van 30 december 2019 zijn deze aanvragen als kennelijk ongegrond afgewezen. De hiertegen ingestelde beroepen zijn door deze rechtbank en zittingsplaats ongegrond verklaard. [4] De tegen die uitspraak ingestelde hoger beroepen zijn door de Afdeling ongegrond verklaard. [5]
4. Eisers hebben op 2 april 2022 opnieuw afzonderlijk een opvolgende asielaanvraag ingediend. Eiseres heeft hieraan ten grondslag gelegd dat zij problemen heeft ervaren vanwege haar betrokkenheid bij de christelijke stroming
Yin Xin Chen Yi(hierna: Justification by Faith). Zo heeft zij bij een bijeenkomst aan de politie weten te ontkomen en is er regelmatig door familie van geloofsgenoten aangifte tegen haar gedaan. Eisers hebben ook aan hun asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij thans zijn bekeerd tot de Church of the Almighty God en dat er sprake is van geloofsgroei. Deze stroming is door China verboden. Bij terugkeer vrezen zij daarom voor vervolging. Verweerder heeft deze aanvragen met de bestreden besluiten van 15 augustus 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond.
5. De rechtbank heeft de beroepen op 10 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers, T. Wang als tolk, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank beoordeelt de besluiten van verweerder aan de hand van de argumenten die eisers hebben aangevoerd: de beroepsgronden. De uitkomst hiervan is dat de rechtbank de beroepen ongegrond zal verklaren. Dat betekent dat eisers ongelijk krijgen en de besluiten van verweerder in stand blijven. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
7. Verweerder heeft de asielaanvragen van eisers afgewezen. De identiteit, nationaliteit en herkomst van beiden en dat eiseres aanhanger was van Justification by Faith wordt geloofwaardig geacht. Verweerder acht de problemen van eiseres vanwege haar betrokkenheid bij Justification by Faith echter niet geloofwaardig. Allereerst heeft eiseres pas in deze aanvraag over haar problemen in China verteld. Daarnaast heeft zij wisselend verklaard over een poging om haar te arresteren. De brief van een geloofsgenote is niet afkomstig van een objectieve bron en maakt de gebeurtenis dan ook niet geloofwaardig. Ook heeft eiseres wisselend verklaard over de vraag of zij wel of niet goed zichtbaar en herkenbaar is op camerabeelden. Daarnaast hebben eisers China legaal kunnen uitreizen. Gelet daarop is niet aannemelijk dat zij daadwerkelijk in de belangstelling staan van de Chinese autoriteiten. Verweerder acht verder niet geloofwaardig dat eisers zijn bekeerd tot de Church of the Almighty God. Zij hebben namelijk onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat hun persoonlijke overtuigingen zijn. Dat zij actiever zijn geworden en zich hebben verdiept in deze stroming maakt niet inzichtelijk wat hun persoonlijke overtuiging is.
8. Eisers voeren hiertegen aan dat eiseres eerder niet de mogelijkheid had om te verklaren over haar problemen, omdat zij zich in eerste instantie alleen moest beperken tot de directe aanleiding van haar vlucht uit China. Daarnaast zijn haar problemen in het voornemen van 30 maart 2023, dat vervolgens is ingetrokken, wel geloofwaardig geacht. Verweerder had daarom moeten motiveren waarom de problemen nu niet meer geloofwaardig zijn geacht. Bovendien is eiseres jarenlang actief met het evangeliseren van haar geloof. Het is daarom aannemelijk dat de Chinese autoriteiten hiervan op de hoogte zijn. Daarbij blijkt uit een uitspraak van de Supreme Court of Italy van 4 februari 2022 dat de Chinese autoriteiten de afgifte van visa en paspoorten aan burgers die deel uitmaken van een ongewenste religieuze stroming juist aanmoedigt. De legale uitreis kan daarom niet aan eisers worden tegengeworpen. Daarnaast stellen eisers dat de verklaringen over hun bekering niet in samenhang zijn beoordeeld met de vorige procedures en dat verweerder daarom niet heeft gehandeld volgens de Werkinstructie (WI) 2014/10 [6] . Ook moet, indien een van de elementen van bekering niet voldoende onderbouwd zijn, dit kunnen worden gecompenseerd met overtuigende verklaringen over de andere elementen. Dit volgt uit de WI 2022/3 [7] . Eisers hebben hun bekering wel geloofwaardig gemaakt. Zij hebben uitgebreid verklaard over haar toenemende activiteiten, gebeurtenissen die tot hun bekering hebben geleid en kennis van het geloof. Ook hebben zij ook een brief overgelegd van datum 31 augustus 2023 van een Baptistengemeenschap, genaamd Havenlicht, in Delfzijl.
Problemen vanwege betrokkenheid bij Justification by Faith
9. Verweerder heeft de problemen van eiseres vanwege haar betrokkenheid bij de christelijke stroming Justification by Faith niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft allereerst in het voornemen van 17 april 2023 voldoende gemotiveerd waarom de problemen vanwege de betrokkenheid van eiseres bij de stroming Justification by Faith niet geloofwaardig zijn gevonden. Daarnaast is een voornemen niet bindend en heeft verweerder de mogelijkheid om naar aanleiding van de zienswijze of nieuwe ontwikkelingen een ander standpunt in te nemen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt daarom niet. Verweerder was daarom bij het nemen van het bestreden besluit niet gebonden aan het voornemen van 30 maart 2023. Bovendien heeft eiseres voldoende mogelijkheid gehad om in de zienswijze op het nieuwe voornemen van 17 april 2023 te reageren. Eiseres heeft bovendien pas in de huidige procedure verklaard problemen te hebben door haar betrokkenheid in Justification by Faith. Eiseres wordt niet gevolgd in de stelling dat zij hierover niet eerder heeft kunnen verklaren, omdat zij zich heeft moeten beperken tot de directe aanleiding van haar vlucht. Immers, uit de gehoren, waaronder de gehoren in de eerdere procedures, blijkt dat eiseres is gevraagd of zij alles heeft verteld wat zij van belang vindt. Ook in de correcties en aanvullingen bij deze gehoren had zij hierop kunnen ingaan. Tot slot had eiseres hier ook in de eerdere beroepsprocedures over kunnen vertellen. Daarbij heeft verweerder het onlogisch mogen vinden dat eiseres stelt dat zij in de gaten gehouden is, maar tegelijkertijd heeft weten te voorkomen dat zij zou worden gearresteerd. Ook heeft eiseres wisselend verklaard over of zij herkenbaar is vastgelegd op camera’s. Eerst stelt zij dat zij daarop herkenbaar te zien is [8] , op een ander moment stelt zij dat zij zich heeft vermomd [9] . Ook gelet op het feit dat zij vervolgens zo lang in China heeft verbleven, heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiseres in de belangstelling staat van de Chinese autoriteiten. De verwijzing naar de uitspraak van de Supreme Court of Italy leidt niet tot een ander oordeel, nu eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij überhaupt in de belangstelling staat van de Chinese autoriteiten en dan ook zonder problemen legaal China kon uitreizen.
Bekering tot Church of the Almighty God en geloofsgroei
10. Verweerder heeft de bekering niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Allereerst staat in rechte vast dat hun bekering in eerdere procedures niet geloofwaardig is geacht. Uit het gehoor opvolgende aanvragen van 17 maart 2023 blijkt dat verweerder meerdere vragen heeft gesteld over hun bekering en geloofsgroei en daarbij ook is gevraagd wat er is veranderd ten opzichte van de eerdere procedures. Er is vervolgens een integrale beoordeling gemaakt, waarbij de verklaringen ook in samenhang met de eerdere procedures zijn beoordeeld. Verweerder heeft vervolgens geconcludeerd dat deze verklaringen onvoldoende zijn om de bekering geloofwaardig te maken. Daarmee heeft verweerder gehandeld zoals voorgeschreven in de WI 2014/10 en WI 2022/3. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat de verklaringen over haar bekering en geloofsgroei vaag en summier zijn en dat daaruit niet is gebleken wat hun innerlijke overtuiging is en hoe zij de bekering en geloofsgroei hebben beleefd. Eisers hebben weliswaar verklaard over de verschillende gebeurtenissen die hebben geleid tot hun bekering en geloofsgroei, maar dit maakt niet inzichtelijk waarom zij specifiek zijn bekeerd tot deze religieuze stroming en wat dit betekent voor hen persoonlijk. Verder halen eisers wel religieuze teksten aan en verklaart eiseres over haar toegenomen activiteiten, maar ook hiermee onderbouwen zij hun persoonlijke, innerlijke overtuiging niet. De brief van de Baptistengemeenschap leidt ook niet tot een ander oordeel. Uit deze brief blijkt weliswaar dat zij regelmatig de kerk bezoeken en hierin worden de gestelde problemen van eisers herhaald. Deze brief maakt echter niet inzichtelijker welke stroming eisers nu precies aanhangen en wat hun innerlijke overtuiging daarbij is.

Conclusie en gevolgen

11. Verweerder heeft de aanvragen terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
De beroepen zijn ongegrond. Het terugkeerbesluit van 27 oktober 2015 is nog steeds van kracht. Dat betekent dat eisers moeten terugkeren naar China. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraken van 3 december 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:14240 en ECLI:NL:RBDHA:2015:14239.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.Uitspraken van 30 december 2015, zaaknummers 201509001/1/V2 en 201508999/1/V2.
4.Uitspraken van 20 februari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:2708 en ECLI:NL:RBDHA:2020:2710.
5.Uitspraken van 15 april 2020, zaaknummers 202001404/1/V2 en 202001401/1/V2.
6.WI 2014/10 Integrale geloofwaardigheidstoets; inhoudelijke beoordeling (asiel).
7.WI 2022/3 Bekering en afvalligheid.
8.Pagina 21 van het nader gehoor van 13 mei 2015.
9.Pagina 4 van de zienswijze van 19 juli 2023.