ECLI:NL:RBDHA:2023:18770

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.30202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake de overdracht van een vreemdeling aan Frankrijk met betrekking tot medische zorgbehoefte

Op 30 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een eerdere uitspraak van 23 november 2023, waarin de rechtbank een kennelijke fout had vastgesteld. De rechtbank ontving op 27 november 2023 een bericht van de gemachtigde van de eiser, mr. M.C.M. van der Mark, waarin werd gewezen op deze fout. De rechtbank heeft vastgesteld dat in rechtsoverweging 6 van de eerdere uitspraak een deel van de tekst ontbrak, wat aanleiding gaf tot deze hersteluitspraak.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank rechtsoverweging 6 gecorrigeerd en aangevuld. De rechtbank concludeert dat, hoewel de eiser medische zorg nodig heeft, er geen objectieve medische gegevens zijn die aantonen dat de overdracht aan Frankrijk een aanzienlijke en onomkeerbare verslechtering van de gezondheidstoestand van de eiser met zich meebrengt. Daarom was de staatssecretaris niet verplicht om een BMA-advies op te vragen voordat de eiser werd overgedragen aan Frankrijk. De rechtbank laat de overige delen van de uitspraak van 23 november 2023 ongewijzigd.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. E.F. Bethlehem en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30202
uitspraak ter verbetering van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser,

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. M.C.M. van der Mark),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. W. Epema).

Overwegingen

Naar aanleiding van het bericht in het digitale dossier van de gemachtigde van eiser van 27 november 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat haar uitspraak van 23 november 2023 een kennelijke fout bevat.
In rechtsoverweging 6 wordt vermeld:
‘Uit het arrest C.K. en de uitspraak van de Afdeling van 3 november 2017 waarin het’. Uit de context van deze alinea valt op te maken dat het overige deel van deze rechtsoverweging is weggevallen.
De rechtbank zal, hoewel de uitspraak correct is gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl [1] , daarom de beslissing als volgt herstellen en aanvullen.

Beslissing

De rechtbank herstelt rechtsoverweging 6 van de uitspraak van 23 november 2023 met kenmerk NL23.30202 als volgt:
‘6. Uit het arrest C.K. [2] en de uitspraak van de Afdeling van 3 november 2017 [3] waarin het hiervoor genoemde arrest van het Hof van Justitie is uitgewerkt, volgt dat verweerder een BMA-advies hoort op te vragen als uit objectieve medische gegevens blijkt dat de overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat een zodanig ernstige invloed heeft op zijn mentale of fysieke toestand dat er sprake is van een reëel en onderbouwd risico op een aanzienlijke en onomkeerbare verslechtering van zijn gezondheidstoestand. Uit de brieven van het UMCG en het patiëntendossier van eiser blijkt dat eiser medische zorg nodig heeft. Echter blijkt niet uit objectieve medische gegevens dat de feitelijke overdracht aan Frankrijk een aanzienlijke en onomkeerbare verslechtering van de gezondheidstoestand van eiser met zich brengt. Verweerder heeft dan ook geen BMA-advies hoeven op te vragen, voordat eiser wordt overgedragen aan Frankrijk.’
De rechtbank laat voor het overige de uitspraak van 23 november 2023 ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Rb Den Haag (zittingsplaats Middelburg) 23 november 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:18344.
2.HvJEU 16 februari 2017, ECLI:EU:C:2017:127.
3.ABRvS 3 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2980.