ECLI:NL:RBDHA:2023:18835
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser had op 6 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 22 september 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt het beroep op 17 oktober 2023, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig is, maar de eiser en zijn gemachtigde niet. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko een veilig land van herkomst is en dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in zijn specifieke situatie niet veilig kan terugkeren.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris de identiteit van de eiser ongeloofwaardig achtte, omdat deze geen originele identificerende documenten heeft overgelegd en in Spanje onder een andere naam geregistreerd staat. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de asielaanvraag van de eiser kennelijk ongegrond is, omdat de gestelde omstandigheden niet voldoen aan de criteria voor internationale bescherming. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen relevante gronden heeft aangevoerd die verband houden met vluchtelingschap of ernstige schade, en dat de staatssecretaris de sociaaleconomische omstandigheden van de eiser niet als relevant heeft aangemerkt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.