ECLI:NL:RBDHA:2023:1938
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep van een eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De Staatssecretaris baseerde dit besluit op de stelling dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublinverordening. Eiser heeft zijn beroep ingesteld omdat hij van mening is dat de situatie in Italië voor Dublin-terugkeerders onveilig is, zoals blijkt uit verschillende rapporten, waaronder het ECRE-rapport. Tijdens de zitting op 10 februari 2023 is eiser verschenen, bijgestaan door een gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris in dit geval mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat betekent dat er vanuit wordt gegaan dat Italië de asielaanvragen op een behoorlijke manier behandelt. Eiser heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat dit in zijn specifieke geval niet het geval zou zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de argumenten van eiser niet opwegen tegen de informatie die de Staatssecretaris heeft over de situatie in Italië. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de Staatssecretaris in stand blijft. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.