ECLI:NL:RBDHA:2023:2030
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Palestijnse afkomst, had op 12 mei 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat Italië niet veilig is en dat hij daar onder slechte omstandigheden heeft verbleven.
De rechtbank heeft de zaak op 15 februari 2023 behandeld. Eiser voerde aan dat de opvangvoorzieningen in Italië onvoldoende zijn en dat hij daar mishandeld is. Hij betoogde dat hij niet in staat zou zijn om klachten in te dienen bij de Italiaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelde echter dat, hoewel eiser zijn persoonlijke ervaringen heeft gedeeld, hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing is. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat de situatie in Italië voor hem onveilig is, wat hij niet heeft gedaan.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Italië verantwoordelijk is voor de asielaanvraag en dat er geen aanleiding was om de aanvraag aan zich te trekken. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.