ECLI:NL:RBDHA:2023:20488
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvragen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 december 2023, zijn de beroepen van eisers gegrond verklaard. De eisers, waaronder een moeder en haar minderjarige kind, hebben beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvragen, ingediend op 25 maart 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris uiterlijk op 25 september 2022 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend en de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was, waardoor het onderzoek is gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn moet beslissen op aanvragen. In dit geval is de termijn van zes maanden, zoals voorgeschreven in de Vreemdelingenwet 2000, overschreden. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog besluiten te nemen op de asielaanvragen van de eisers. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eisers vastgesteld op € 418,50, en heeft geoordeeld dat de staatssecretaris geen bestuurlijke dwangsom aan eisers verschuldigd is voor het te laat beslissen op hun aanvragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.