ECLI:NL:RBDHA:2023:20492
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag en de toepassing van bestuurlijke dwangsom
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 21 december 2023, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op zijn asielaanvraag, ingediend op 17 maart 2022. Eiser had eerder al beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing, waarop de rechtbank de staatssecretaris had opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen. Deze termijn is verstreken zonder dat er een besluit is genomen, waardoor eiser op 8 september 2023 opnieuw beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris niet tijdig een nieuw besluit heeft genomen en heeft het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond verklaard. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris geen bestuurlijke dwangsom aan eiser is verschuldigd voor het te laat beslissen op zijn asielaanvraag, omdat het afschaffen van de bestuurlijke dwangsom in asielzaken niet in strijd is met het Unierechtelijke gelijkwaardigheidsbeginsel.
Daarnaast heeft de rechtbank de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen vier weken na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.