ECLI:NL:RBDHA:2023:20503
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en oplegging van een dwangsom
In deze zaak heeft eiser, een asielzoeker, beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag van 18 mei 2022. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een betrokkene in beroep gaan als een bestuursorgaan niet op tijd beslist. Eiser had de staatssecretaris in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De wettelijke beslistermijn van zes maanden was op 18 november 2022 verstreken, en de staatssecretaris had de termijn met negen maanden verlengd, waardoor de beslistermijn op 16 augustus 2023 eindigde. Eiser heeft op 14 september 2023 beroep ingesteld, maar er was geen besluit genomen door de staatssecretaris. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de staatssecretaris niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank legt een rechterlijke dwangsom op en bepaalt dat de staatssecretaris binnen zestien weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens moet de staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.