ECLI:NL:RBDHA:2023:20505
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en oplegging van een dwangsom
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze volgens eiser niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag van 26 mei 2022. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft partijen laten weten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten. Eiser heeft eerder op 6 februari 2023 beroep ingesteld, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Eiser heeft op 29 augustus 2023 opnieuw beroep ingesteld, na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die door de staatssecretaris was verlengd met negen maanden. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de staatssecretaris niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank legt een rechterlijke dwangsom op en bepaalt dat de staatssecretaris binnen zestien weken na de uitspraak een besluit moet nemen op de asielaanvraag. Tevens moet de staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.