Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiseres,
[naam kinderen]V-nummers: [nummers]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, een Nigeriaanse vrouw, beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag van 22 mei 2022. De aanvraag geldt ook voor haar minderjarige kinderen. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen daarmee akkoord gingen. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een betrokkene in beroep gaan als een bestuursorgaan niet op tijd beslist. Eiseres had eerder op 22 maart 2023 beroep ingesteld, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de beslistermijn nog niet verstreken was. Op 29 augustus 2023 heeft eiseres opnieuw beroep ingesteld, omdat de beslistermijn van zes maanden op 18 augustus 2023 was verstreken. De staatssecretaris had de beslistermijn met negen maanden verlengd, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de staatssecretaris niet tijdig heeft beslist. De rechtbank legt een rechterlijke dwangsom op en bepaalt dat de staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens moet de staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De proceskosten van eiseres worden vastgesteld op € 418,50.