Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat zijn de regels?
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een urgentieverklaring. Eiser, die op medische gronden een urgentieverklaring heeft aangevraagd, woont bij zijn vader en heeft te maken met psychische klachten als gevolg van een ernstig arbeidsongeval. De aanvraag is door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen op basis van de Huisvestingsverordening, omdat eiser niet in een zelfstandige woning woont en niet voldoende heeft gedaan om zijn woonprobleem op te lossen. De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank stelt vast dat verweerder bij het toekennen van een urgentieverklaring beslissingsruimte heeft en dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiser niet voldoet aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening. De rechtbank oordeelt dat de persoonlijke en medische omstandigheden van eiser weliswaar meegewogen kunnen worden, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst, omdat de weigeringsgronden van toepassing zijn. Eiser heeft niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het besluit tot afwijzing van de urgentieverklaring in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.