ECLI:NL:RBDHA:2023:21433
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdige beslissing op asielaanvraag en ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijn niet geldig is verlengd door het besluit WBV 2022/22, en dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser onder de WBV 2022/22 valt, waardoor de beslistermijn met negen maanden is verlengd. De ingebrekestelling van eiser was te vroeg ingediend, wat betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet-tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra en bekendgemaakt op 19 mei 2023.