ECLI:NL:RBDHA:2023:21447
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en beslistermijnen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 31 augustus 2022 ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die op 27 september 2022 nog niet waren verstreken, met negen maanden zijn verlengd door het besluit WBV 2022/22. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag van eiser, waardoor de beslistermijn is verlengd tot uiterlijk 1 december 2023.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet tijdig een ingebrekestelling heeft ingediend, aangezien deze op 3 maart 2023 is gedaan, terwijl de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, en is op 12 mei 2023 openbaar gemaakt. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.