ECLI:NL:RBDHA:2023:21639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de inhouding op het ouderdomspensioen op grond van de AOW in verband met derdenbeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de inhouding van € 524,07 op zijn ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) beoordeeld. Eiser, die zijn ouderdomspensioen ontvangt, is in bezwaar gegaan tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat deze inhouding rechtvaardigde. De rechtbank heeft de zaak op 8 november 2023 behandeld, waarbij eiser aanwezig was en de Svb vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, J.Y. van den Berg.
De rechtbank stelt vast dat LAVG Gerechtsdeurwaarders in november 2021 loonbeslag heeft gelegd op het ouderdomspensioen van eiser. Dit leidde tot een maandelijkse inhouding van € 524,07, waardoor eiser een netto bedrag van € 409,45 per maand overhield. Eiser betwist de hoogte van de inhouding en stelt dat LAVG te veel heeft ontvangen. Hij is van mening dat de Svb de belangen van de schuldeiser boven die van de burger plaatst en dat de inhouding niet had mogen plaatsvinden.
De rechtbank oordeelt dat de Svb verplicht is om het gelegde beslag uit te voeren en dat de rechtmatigheid van het beslag niet ter beoordeling staat in deze procedure. De rechtbank concludeert dat de Svb correct heeft gehandeld en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser krijgt zijn griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.