ECLI:NL:RBDHA:2023:21673
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in asielzaak na niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoekster, die in beroep was gegaan tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoekster had op 20 oktober 2023 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag. Op 1 december 2023 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft besloten dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek om proceskostenvergoeding en de rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op vergoeding van haar proceskosten, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 209,25, rekening houdend met de aard van de zaak en het beperkte belang. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van D.A.M. Delger, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 december 2023.