ECLI:NL:RBDHA:2023:2171
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse eiser wegens ongeloofwaardig asielrelaas en onvoldoende bewijsstukken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in 2003, heeft op 11 oktober 2022 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij vreesde voor wraak van de broers van een man die hij had tegengewerkt in een huwelijksaanzoek. De staatssecretaris heeft de aanvraag op 7 januari 2023 afgewezen, omdat het asielrelaas van de eiser ongeloofwaardig werd geacht. De rechtbank heeft het beroep op 2 februari 2023 behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht twijfelde aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas. De eiser had geen officiële documenten om zijn identiteit aan te tonen en zijn verklaringen over de problemen met de broers van de man waren niet consistent met gegevens uit het Eurodac-systeem, waaruit bleek dat hij op 3 november 2020 in Barcelona was geregistreerd. De rechtbank concludeerde dat de eiser voldoende tijd had gekregen om zijn asielrelaas te onderbouwen, maar dat hij hierin niet was geslaagd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag af, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.